2014: wandeling Freatsi 
“We gaan naar Freatsi.”
“Je bedoelt Fratsia?”
“Nee! Freatsi.”
'”Huh, nooit van gehoord. Ligt dat op Kýthira?”
Zo begon ons gesprek en trokken we de wandelschoenen aan en gingen op een mooie dag op pad om dit dorp te verkennen.



Kythira heeft meer dan 60 dorpen en gehuchten waar niet zelden slechts een paar gezinnen permanent wonen dan kan deze er ook nog wel bij.
Freatsi echter is een geheel verlaten dorp en we weten dat er alleen ruines zijn te vinden. Dat maakt het onderzoek nog spannender. Geen mens en dichte deur die ons tegenhoudt om de huisjes van binnen te inspecteren en ons even in te leven in lang vervlogen tijden. Er valt altijd wel een tzaki, een open vuurplaats, te bewonderen en zeker de bouw van dergelijke huisjes.


Een vervallen huisje in Freatsi. Het zandsteen om de deur ziet er nog geweldig mooi uit. Jaloers!


Vol verwachting gaan we op pad en de route er naartoe is al een mooie tocht. Wij starten de wandeling in het dorp Kastrisianika. Beginnen in het naastgelegen Frilingianika kan ook. De wandeling is zelfs te starten vanaf het guesthouse, een mogelijkheid voor de echte 'die-hards'.


Paleochora


Het verrassende aan deze wandeling is dat de route deels langs Paleochora loopt. Zo zie je deze meer dan 800 jaar oude ruine stad vanuit een heel andere hoek.



De punt van kaap Malea zie je verderop in zee


Het pad blijven volgen tot je niet verder kunt. De zee bevindt zich aan je linkerzijde en je hebt duidelijk zicht op Kaap Malea op het vaste land van de Peloponessos. Draai je een halve slag dan zie je Agia Pelagia in de verte en op heldere dagen de vuurtoren in het Noorden.


In de verte Agia Pelagia


Nu komt het lastige deel. De berg opklauteren. Helaas is er geen duidelijk pad dus is het meer springen van steen naar steen en let wel er zijn veel prikbosjes. Het echte geitenwerk. Een stevige lange broek is een aanrader.
Albert gaat deze keer alleen de berg op en ik wacht onderaan de berg. Ik ben te benauwd om mijn net weer goedwerkende knie te veel te forceren. Niet zo zeer de berg op maar naar beneden lopen is veel onstabieler.



Vanaf mijn wachtplekje beneden kan ik de scheve boom zien.


Het geeft niets daar alleen te zitten onder aan de berg, de zon schijnt heerlijk en Albert zijn vorderingen kan ik goed volgen. Binnen een kwartier is hij boven. Onvoorstelbaar hoe snel je afstanden af kunt leggen. Hij verdwijnt voor mij uit zicht. Een hele tijd hoor en zie ik niets. Ik word wat ongerust, toch maar eens naar boven schreeuwen? Hee een schreeuw terug, maar wat zegt hij precies? Toch maar even bellen...moderne technieken staan voor niets.



Het kerkje in Freatsi


Als Albert weer beneden is kan hij enthousiast vertellen over zijn ontdekkingen. De huisjes en de schoorstenen en er is zelfs een kerkje.



Het dak van een huisje met een wel heel bijzondere schoorsteen


Dergelijke ruinedorpjes zijn her en der verspreid over het eiland. Tot aan het begin van de vorige eeuw waren dit 'kadouni's', een verblijfplaats voor de boeren tijdens de oogstmaanden. De bewoners van de dorpen landinwaarts (waar het in oude tijden veiliger was om te verblijven, vanwege de voortdurende dreiging van piraten) kwamen hier om hun graan e.d. verbouwen en hun geiten te hoeden. Niet voor de luxe maar om hongerige magen te vullen. Er was veel armoede en het was niet ongebruikelijk dat jonge kinderen hier lange tijd alleen verbleven om op de geiten te passen. In dit dorp zijn als bewijs van de landbouw, vele aloni's (dorsvloeren) te vinden en ook een natuurlijke waterbron, een goede basis voor een langer verblijf.



Een kamara van binnen. Hier huisden mens en dier, er hangt nog een haak aan het plafond.


Het intrigerende is dat je je afvraagt hoe men destijds de berg op kwam. Er waren geen paden dus moest men nog meer klauteren dan dat Albert heeft gedaan (waarschijnlijk ook nog eens met ezels). Er zal toch een andere route moeten zijn? Albert kon ook vanaf boven niets vinden maar er zal vast ergens een prachtig oud ezelspad monopati, te vinden zijn dat er op zit te wachten om weer geopend te worden. En ze zullen natuurlijk ook materialen moeten hebben verzameld voor de bouw van het dorp. Het is altijd verbazend om te zien hoe deze eenvoudige boeren met heel simpele materialen zo iets moois konden bouwen. De details zijn prachtig. Daar kunnen ze tegenwoordig nog iets van leren. De daken werden gemaakt van steen, in de vorm van een boog, en vervolgens afgedekt met gras en leem. Dat was dan 1 jaar waterdicht en het volgende jaar werd de bovenlaag vervangen. Maar er zijn zelfs 100 jaar na dato nog daken intact die alleen van olijftakken, gras en leem gemaakt zijn. Metselkalk werd vaak ter plekke gemaakt in een kalkoven. Deze kan men nog steeds her en der verspreid over het eiland aantreffen (ronde natuur stenen bouwwerken herkenbaar aan de witte kalkaanslag).



Terug lopen we via hetzelfde pad. Helemaal niet erg.

Anita

Inspiratiebron: Tzeli Hadjidimitriou uit haar boek In search of Kythera and Antikythera