Dé Autoreis naar Kythira in 2008  

Groningen, de avond voor vertrek



De dag voor vertrek



En dit moet ook nog mee. Help!



Zaterdagochtend 26 januari, het is vroeg, donker en het regent licht. We vertrekken met een tjokvolle bestelbus richting de Oale Grieze (voor de niet-Groningers De Martinitoren). Net voordat het lijkt dat we er zijn, slaan we linksaf en rijden via de Diepenring Groningen uit, richting het oosten. Daar gaan we de grens over bij Nieuwe Schans en zien het licht worden in Duitsland. Onderweg gaan we ons zeker niet vervelen. Als eerste beginnen we met een ontbijt van zelf gesmeerde boterhammen met echte Hollandse kaas. Ha, zelf gesmeerde boterhammen mee voor onderweg. Het is heel lang geleden dat wij dit gedaan hebben en naar alle waarschijnlijkheid zelfs onze eerste keer. De koffie halen we onderweg bij de grote Duitse pompstations waar we tevens tijd hebben om de benen te strekken en de zeer schone toiletten te bezoeken.


De Bus in al zijn schoonheid


Voor in de auto staat een tas vol met cadeautjes van de familie. De opdracht is dat we bij elke stop er een mogen uitpakken en daar houden wij ons natuurlijk trouw aan.
Te beginnen met de oudste gevers, in dit geval Pa en Ma Snippe. Albert rijdt en ik(Anita) lees voor. Al snel staan de tranen in de ogen van de lieve brief. De heerlijk zoete chocola die erbij zit smaakt daardoor nog beter. Zo gaat het verder met cadeau twee, drie en vier. We worden overladen met leuke, hartverwarmende en tranentrekkende brieven, kaartjes en foto’s. Verder heel veel lekkere eetbare dingen maar ook handige zaken zoals vochtige tissues, energiedrankjes, handgel en een stevige Grieks blauwe doos. Hier bergen we de nieuw verworven schatten in op. Nadat alle teksten zijn door- en voorgelezen, foto’s en kaarten zijn bekeken, sms’jes zijn beantwoord is de eerste dag zomaar voorbij. Bedankt lieve familie voor deze eerste heerlijk dag!
De reis loopt ondanks de zware lading zeer voorspoedig en in de loop van de middag zitten we al in Zwitserland. We hebben een duidelijke verandering van de omgeving gezien. Van het platte Noord-Duitsland, naar het golvende Zuid-Duitsland naar de spitse bergen, schone omgeving en het nwaarschijnlijk nette Zwitserland. De eeuwige schoonmaakwoede van de Zwitsers, zoals beschreven in Asterix en de Helvetiërs, lijkt aardig te kloppen.



Buiten wordt het steeds kouder en bij aankomst in het plaatsje Beckenried aan de Vierwaldstättersee is het tijd voor de handschoenen. Toen wij jaren geleden voor het eerst richting Toscane afreisden hebben we dezelfde route genomen en zijn we ook in Beckenried beland voor de eerste overnachting. Dat was zomers zonder super-zware lading. Er blijkt 1 hotel open te zijn. Gelukkig is er een kamer vrij en we laden het hoognodige uit voor de nacht. Als we de deuren van de bus openen rollen ons vanzelf een paar tassen tegemoet maar natuurlijk net niet diegene die we nodig hebben. We maken nog een wandeling door Beckenried maar brrrr het is wel erg koud! Het word donkerder waardoor de Vierwaldstättersee als gevolg van de omringende besneeuwde bergen prachtig oplicht. Het ziet er uit als een grote ijsbaan en de omgeving doet ons denken aan de film The Golden Compass, die we nog gezien hebben in de bioscoop in Groningen. We vluchten snel het gezellige en warme wintersporthotel in voor een drankje en een lekker maal om warm te worden en nieuwe energie te krijgen. De volgende dag, zondag, doen we het rustig aan. We hoeven pas maandag aan het einde van de middag in Venetië met de auto aan boord van de ferry, we hebben alle tijd.
Bij de grens van Zwitserland en Italië worden we aangehouden. Zwitserland valt niet onder de EU dus hier is nog sprake van een echte grensovergang. Men wil weten wat we in de bus vervoeren. Albert begint allervriendelijkst uit te leggen dat we gaan emigreren naar Griekenland en dat we onze inboedel in de bus vervoeren. De grens- wachter kijkt wat verward en zegt dat hij alleen maar wil weten of we nog zaken voor de handel bij ons hebben of dat het alleen persoonlijke spullen betreft. Na een kort handgebaar mogen we verder. Ach ja, Albert heeft een superbetrouwbaar hoofd en dan kom je langs elke grens zonder ingewikkelde vragen en moeilijk gedoe. Het Italiaanse landschap is anders, oogt rommeliger maar wel heel gezellig en langs de route Milaan-Venetië kunnen we een groot aantal prachtige oude boerderijen en landhuizen bewonderen. De cipressen wuiven ons vriendelijk tegemoet. Vroeg in de middag komen we aan in Venetië. We gaan eerst de omgeving maar wat verkennen om de volgende dag niet voor verrassingen komen te staan. Dit blijkt een slimme zet want het is enorm druk en Italianen zijn niet erg duidelijk in hun aanwijzingen. Hierdoor rijden we flinke tijd rond in de haven. Maar uiteindelijke weten we exact waar we de volgende dag moeten inchecken voor de boot naar Griekenland.
We willen de auto ergens parkeren en een hotel voor de nacht zoeken. Maar vanwege het carnaval is het enorm druk. Overal lopen feestvierende Italianen rond waarvan een groot aantal fraai uitgedost zijn. We durven het uiteindelijk toch niet aan om onze bus vol spullen voor de nacht achter te laten op een grote onbewaakte parkeerplaats in de haven. Op naar Mestre, een stadje dat op het vaste land vlak voor de pier van Venetië ligt. Mestre blijkt een flinke stad te zijn met een totaal onbegrijpelijk wegenplan en een centrum dat louter en alleen uit eenrichtingswegen bestaat. Even begrijpen wij hoe vreemden zich in de centrum van Groningen moeten voelen. De Italianen zijn uiterst vriendelijk en willen ons graag helpen. Helaas gaan de aanwijzingen niet verder dan : “aan het eind van de straat rechts en dan vraagt u maar weer”. Want dan wordt het toch wel ingewikkeld. We weten precies waar we moeten zijn maar we draaien toch bijna 2 uur lang rondjes in het centrum. Tenslotte bellen we het hotel maar op en vragen de receptionist of hij ons binnen wil loodsen. Hij komt ons vervolgens eigenhandig lopend halen. Blijkt dat we toch een paar maal tegen het verkeer in hadden moeten rijden. Geen probleem, logisch toch!?
Nadat we zijn ingecheckt gaan we het centrum van Mestre verkennen. We blijken echt midden in het centrum te bivakkeren. We lopen een stil straatje af, de hoek om en zie daar; een enorme stroom Italianen komt ons tegemoet. De straat is bezaaid met confetti en slingers.



Het feest is bijna ten einde en na een uur is de grootste drukte voorbij. We worden hongerig en gaan op zoek naar een ristorante. Na wat tapas vooraf, die ze qua naam en smaak beter aan de Spanjaarden kunnen overlaten, genieten we van een heerlijke pasta. Kijk, dat is meer iets voor de Italianen.
De volgende dag gaan we verder op verkenningstocht door Mestre maar behalve duizenden vlaggenzwaaiende ambtenaren, die naar wij vermoeden demonstreren voor meer salaris (vast niet voor minder) is er niet veel te doen.


Mestre op maandagochtend


In het plaatselijke cafe is dat om 11 uur ’s ochtends wel anders. Het halve stadje loopt in en uit voor koffie, een praatje, een broodje en de krant. Jong en oud zitten aan smoezelige tafeltjes in de ouderwetse tentjes met jaren ’70 interieur. Typisch Italiaans en het heeft veel charme vooral als daar een heerlijk capuccino bij geserveerd wordt.
Mestre is te saai dus besluiten we snel naar Venetië te gaan. We parkeren de bus alvast bij de haven waar onze ferry van Minoan Lines vertrekt en lopen terug naar Venetië.


Eerst inchecken daarna op stap


Natuurlijk ben ik(Anita) goed voorbereid en heb mijn meest makkelijke schoenen aan, met hak en punt(ahum). Na een half uur wandelen zitten we in het centrum waar we onze ogen uitkijken naar de weer prachtig geklede caranvalsgangers die zich maar wat graag laten fotograferen.





Met het oude Venetië als achtergronddecor komen de historische kostuums werkelijk fantastisch uit. We wanen ons in de middeleeuwen.
We hebben ruim de tijd en willen de Rialtobrug en het SanMarcoplein weer eens zien. Venetië is groter en mooier dan we ons kunnen herinneren. In 1997 zijn we hier een lang weekend geweest maar waarschijnlijk hadden we toen meer aandacht voor elkaar dan voor de omgeving. Venetië is een aaneenschakeling van de meest fantastische oude panden, de een nog mooier dan de ander. Moderne gebouwen zie je er niet. In combinatie met de smalle steegjes en de grachten is het volgens ons één van de mooiste steden van Europa.


De beroemde gondels






Verder kun je er natuurlijk heerlijk eten en zijn er prachtige winkels, van Pucci naar Gucci en D&G. Maar het is vooral veel lopen door de nauwe straatjes. Aangekomen op het SanMarcoplein, denken we in een uur terug te kunnen lopen naar de haven. Nou, dat zullen we weten. We volgen trouw de bordjes, een stadskaart hebben we niet meegenomen, `even’ door Venetië lopen was de bedoeling. In Italië is de bewegwijzering echter dusdanig geregeld dat je niet de snelste route volgt maar wel gegarandeerd alle souvenirwinkels te zien krijgt. Uiteindelijk wordt het zelfs nog rennen om op tijd bij de boot te zijn. Na lang rondstruinen, op hak en punt, beginnen de benen en tenen stevig te protesteren. Tenslotte blijkt alle drukte toch voor niets en zijn we ruim op tijd bij de ferry. Een beetje brutaal zijn blijkt te lonen want we rijden om de enorme rij met vrachtauto’s heen en kunnen als een van de eersten op de boot.
Vanaf 1 van de dekken bewonderen we van bovenaf de truckers. Met hun grote tientonners steken ze achteruit de boot in. Zo kunnen ze bij aankomst direct vooruit de boot weer uitrijden. Het neemt een paar uur in beslag om al het vrachtverkeer op de juiste plek in de boot te krijgen. Personenauto`s en onze bus draaien in de boot zelf onder aanmoedigingen en veel handgebaar van de scheepsbemanning.
Rond 17.30 uur vertrekken we.Met de ondergaande zon op de achtergrond maken we vanaf de reling een fantastische tocht door het Canal Grande van Venetië mee.









We kijken onze ogen uit naar de fraai verlichte historische panden. Uiteraard willen we alles vastleggen op video en foto maar van beide blijken ineens de batterijen leeg te zijn. Er is geen tijd meer om andere batterijen te halen. Op de terugweg halen we de `schade` dubbel en dwars in. Overigens is het dan 8.00 uur in de ochtend.
De boot van Minoan Lines vaart van Venetië naar Igoumenitsa in Noord-Griekenland. Daar gaan een groot aantal passagiers van boord en komt er een enkeling bij. Vandaar uit varen we dan verder naar het eindstation, Patra in het noord-westen van de Peleponnesos. Patra is na Athene en Thessaloniki de derde grootste stad van Griekenland.
De boot is heel groot en bestaat uit 10 dekken waarvan er 4 in gebruik zijn als garage voor met name vrachtverkeer (en onze bus). Door de wintertijd bestaat het overgrote deel van de passagiers uit truckers. In de zomermaanden zijn er veel meer toeristen. Nu zijn het voornamelijk mannen op de boot, die eten en roken, drinken en roken, kaarten en roken etc.. De boot is bij lange na niet vol maar als we een kaartje willen kopen om te internetten blijken deze uitverkocht te zijn?! Er zit de hele reis echter niemand achter een van de computers. Op de terugweg is er meer mogelijkheid voor internet maar dat gaat zo ontzettend langzaam echt een afrader.


In de zon buiten is het prettiger hoor!



Of toch een beetje koud...


Verder is de boot schoon maar sfeerloos. Het gezelligste is nog onze eigen cabine. Deze is ruim en heeft een eigen toilet, bad, koelkast, TV en raam. Jammer dat het er zo koud is. Volgens de receptie duurt het even voor de boel is opgewarmd. Uiteindelijk duurt het anderhalve dag! We vluchten snel naar de Crystal bar met spelletjes en een goed boek, alwaar we schreeuwend dure drankjes bestellen. Gelukkig schijnt de volgende dag de zon volop en kunnen we met een dikke jas en handschoenen (Anita) aan lekker buiten zitten.


Albanese kusten






Anek Lines, de concurrent, vaart dezelfde route



Zwembad aan boord maar nu nog te koud


Het eten aan boord is net zo smakeloos als de inrichting. Bovendien is het koud en vreselijk duur. De vele verlichting maakt het glas witte wijn nog bleker. Om de 50 cm zit een enorme spaarlamp, wel milieuvriendelijk, met een rij hallogeenlampjes ertussen. Iedereen die geen dikke laag make-up op heeft ziet er ziekelijk bleek uit, iedereen dus. De truckers zien er uit alsof ze zo uit hun bed gestapt zijn en hun kam/gel vergeten zijn, stoere mannen die het allemaal niet zo kan boeien. Nou ja, de tandenborstel en de schone onderbroek hebben ze vast wel bij zich want bij het van boord gaan lopen ze allemaal met een weekendtas, dan nemen we maar aan dat...Het ontbijt de andere dag is niet veel beter. Gelukkig smaken de zelf meegebrachte kiwi’s heerlijk. Voor de terugreis weten we genoeg. Lekkere broodjes en hapjes van te voren inslaan met een paar flessen wijn, dan komen wij niet meer van onze kamer, tenzij de zon schijnt natuurlijk!



Onze cabine op de terugreis, kleiner maar lekker warm.


Om 4 uur(nederlandse tijd 3 uur) in de ochtend gaat de wekker af. Douchen inpakken en wegwezen. Om 6 uur rijden we van de boot en zijn we behoorlijk gammel. Met nog een pakje hollandse yoghurt proberen we wat energie binnen te krijgen. Het is ook zo vroeg…. Eenmaal van de boot gaat de reis met gezwinde spoed richting Gythion. Na een prachtige zonopkomst met de Griekse bergen als silhouet gaan we op jacht naar een ontbijt. In de eerste grote stad, Pyrgos, begint men net wakker te worden. Na wat rondrijden zien we daar onze eerste oase: Panoramix. Na een paar espresso’s en typisch Griekse broodjes hebben we weer wat meer oog en oor voor de omgeving. Eerst halen we bij een klein bakkerijtje voor onderweg nog meer verse broodjes en koekjes. De broodjes komen rechstreeks uit de oven en we worden nagestaard door de bakkers met nieuwsgierig-vragende blikken.
En dan verder naar Gythion.
De Griekse dorpen, steden, landschappen en vergezichten zijn niet te vergelijken met die van alle andere landen waar we door heen gereden zijn. Het is totaal anders. Rommelig, slordig, veel witte huizen, zee, olijf- en sinaasappelbomen en bergen, veel bergen. Maar het is prachtig, typisch Grieks, precies datgene waar we van houden!
De afstand van Patra naar Gythion is ca 250 km. In Nederland ben je dan in ongeveer 2 uur op de plaats van bestemming. Maar hier is dat wel anders. We zijn pas om 6 uur van de boot gegaan omdat de auto helemaal achterin stond. De bedoeling is dat we rond 11 uur in Gythion aankomen om kaartjes voor de boot te halen en in te checken. Geen probleem zou je zeggen. De route langs de kust tot aan Kalamata is een tweebaansweg door een heuvelachtig gebied, maar goed te doen. Het is wel intensief rijden want de Grieken gebruiken een tweebaansweg altijd als vierbaans. Als langzaam verkeer wordt je geacht half op de vluchtstrook te rijden. Het is een bizar gezicht als op een tweebaansweg in beide richtingen gelijktijdig een auto gaat inhalen. Vanaf Kalamata is het echter andere koek. Om naar Sparta te komen moeten we door het Taigetosgebergte met toppen van rond de 2500 m. De route die op de kaart toch aangegeven werd als een brede autoweg blijkt een smal weggetje te zijn met duizelingwekkende afgronden en haarspeldbochten. We halen krap aan 40 km per uur. Boven in de bergen blijkt het ijskoud te zijn met besneeuwde toppen en overhangend rotsen met lange ijspegels die dreigend boven de bus hangen.
De zomer van 2007 was een grote ramp vor Griekenland en met name de Peloponnessos. In dit stuk van het schiereiland is werkelijk alles afgebrand. Kilometers gblakerde bossen zijn het bewijs. Maar zelfs in deze staat is al duidelijke te zien hoet mooi het hier is.


Veel verbrande (olijf)bomen



Dit ziet er al beter uit



De grote vraag is hoe of de bewoners, die toch afhankelijk zijn van de landbouw, veeteelt en het toerisme, dit zullen overleven. Uiteindelijk arriveren wij ruim achter op schema in Sparta. Gelukkig kennen we de weg van Sparta naar Gythion. In hoog tempo racen we langs de sinaasapelvelden en – fabrieken.Als we het autoraampje openzetten snuiven we onze neus en longen vol met frisse citruslucht.
We zijn net op tijd in Gythion om de kaartjes op te halen en in te checken op de boot.


Gythion dus



Het voetbalveld(?!) van Gythion met de besneeuwde bergen op de achergrond


Na een zonnebad brengen we de tijd, drie uur, slapend door in de niet-rokersruimte. Het grote voordeel in Griekenland is dat het in niet-rokersruimtes altijd rustig is. De Grieken zijn namelijk de meest fervente rokers van Europa.
Om 16.00 uur s `middags stap ik(anita) van de boot. Eindelijk zijn we op Kythira. Albert gaat nog even bezinelucht happen bij het uitrijden van de boot. Het ontvangstcomité staat al op de wal. Onze vaste autoverhuurder, Panayotis, heeft ons al weer gespot en voor je het weet heb je een paar stevige zoenen gehad(ja ook voor Albert). Na een half uur wachten kan Albert eindelijk van de boot af rijden en gaan we op weg naar onze tijdelijke huurwoning in Manitochori.


Zware vrachtwagens en veel mannen die toekijken en aanwijzingen schreeuwen



We zijn er!


Albert&Anita

NB: Routekaart + korte beschrijving vind je onder: 2008: ons eerste jaar op Kythira